Beschrijving:
|
8 mei 2009 Deventer. De goudenregen (Laburnum anagyroides) is een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae) die zijn naam dankt aan de lange hangende bloemtrossen. In het wild groeit de goudenregen in Midden- en Zuid-Europa. De hoogte kan 7 m bedragen. De kroon is smal, open, en onregelmatig met opstijgende, gebogen takken. De boom heeft een gladde schors die eerst groen is, maar later groenachtig bruin wordt. Er zijn fijne, oranjekleurige schilfers te zien De boom heeft grijsgroene twijgen, voorzien van grijze haartjes. De knoppen zijn eivormig en hebben een bleke grijsbruine kleur. Ook de knoppen zijn behaard. De bladeren zijn samengesteld drietallig. De deelblaadjes zijn eivormig en gepunt. Ze zijn 3-8 cm lang. De bladsteel heeft een variabele lengte (2-6 cm). De bovenzijde van het blad is grijsachtig groen, de onderzijde is blauwachtig grijs en is voorzien van zilverkleurige haartjes. De bloemen zijn heldergeel en hangen in trossen van 10-30 cm bijeen. De bloempjes hebben een vlindervorm. De vruchten van de goudenregen zijn slanke peulen van 4-8 cm lang. De hele plant, maar vooral de peulen, bevatten een giftige nicotine-achtige verbinding, cytisine. De boom werd veel aangeplant in parken, tuinen en langs straten vanwege de sierwaarde maar de soort wordt tegenwoordig vanwege deze giftigheid, met name de peulen, minder vaak aangeplant. Overigens zijn de aangeplante soorten vaak hybriden, zoals Laburnum ×waterei. Meestal wordt er bij de teelt bewust voor gekozen om meerdere stammen te verkrijgen. Dit om het effect van de bloei te versterken. Verdraagt ook kalkrijke bodems. |
|